Afscheid van de burgemeester: “Een kundig, gedreven bestuurder met oog voor de mens achter de problemen”
Het is heel eenvoudig: Henk Jan Bolding wordt alom geprezen als uitstekende burgemeester. Toch zeker 300 mensen kwamen gistermiddag naar het zonoverladen landelijk lustoord Podium Op Maarhuizen – Winsum hééft het, een prachtige locatie voor grote evenementen – voor het afscheidsfeest van Bolding die over enkele dagen 70 jaar wordt en dan met leeftijdsontslag moet, want burgemeesters ouder dan 70 willen we niet in Nederland.
Bij de ingang van het feestterrein verzorgen leerlingen van het in Bedum gevestigde Cultuurcentrum Het Hogeland voor de aller aimabelste muzikale omlijsting, onderwijl Gijs van Rijn, cultuurondernemer die het landgoed exploiteert, de laatste details voor het feest controleert. Daar komt de wagen van de brandweergroep Baflo aan, de terreinwagen van Staatsbosbeheer met duidelijke sporen van terreingebruik, de ondernemersvereniging Winsum ook present, raadsleden van oppositie en coalitie. Op verzoek van Bolding is er voor de KNRM een donatiepot ingericht om het werk van de redders op zee te ondersteunen.
Op zoek naar de kleine, persoonlijke betekenis van Henk Jan Bolding.
Max van den Berg, PvdA-coryfee en van 2007 tot 2016 Commissaris van de Koning(in) in Groningen, heeft Bolding meegemaakt als secretaris/directeur van het Provinciehuis: “Henk Jan is iemand die staat voor de zaak waar hij in gelooft en durft er zijn nek voor uit te steken. En, als het er op aankomt is hij er voor mensen die hem nodig hebben.” Van den Berg is héél optimistisch over de kansen van GroenLinks-PvdA bij de verkiezingen in het najaar, maar dat is een andere kwestie. Ook een politieke veteraan, Alie Heringa, jaren lid van de raad van De Marne voor de VVD: “Ik was betrokken bij een beraad voor ouderen. Ik heb Bolding leren kennen bij de overgang naar de nieuwe gemeente in het gesprek over de aandacht voor ouderen. Ik heb daar heel fijne herinneringen aan.”
Natuurlijk, Henk Sok, de voorzitter van de Ondernemersvereniging Winsum was er. Een netwerker waar velen nog wat van kunnen leren. Sok: “Bolding had twee toch heftige, nare bijeenkomsten gehad met tegenstanders van de asielopvang in Winsum. Hij zat er helemaal doorheen toen hij met ons sprak. Ik zei tegen hem: Bolding, wij ondernemers doen mee, wij steunen je in de volle breedte. Toen brak hij emotioneel. Dan zie je dat achter een zeer kundig bestuurder ook een mensen-mens zit.”
Het brandweerkorps uit Baflo was er, bijna in volledige sterkte. Even zoeken naar de man met de meeste strepen op de epauletten, Richard Werkman: “Ik heb diepe bewondering voor hem. Zijn betrokkenheid en vasthoudendheid bij de plannen voor de nieuwe brandweerkazerne, dwingt respect af. Hij kon verbinding leggen tussen de Veiligheidsregio, de gemeenteraad, en andere instanties die daar bij betrokken zijn en het resultaat is een nieuwe kazerne die…..” En dan breekt het gesprek af want zijn pieper gaat over en dan moet een teamleider in actie komen.
Op de achtergrond klinkt de muziek van de tot nog toe onbekende band East Street Tunes, featering wethouder Han Hefting. De medewerkers van het Winsumse restaurant Marenland presenteren de hapjes en de sapjes, topklasse die twee en topklasse in de bediening. Tja, als je wat hebben wil, moet je toch in Winsum zijn.
Daar ontwaren we Mariette de Visser, voormalig wethouder die overstapte naar Haskoning, een van de grote spelers op de markt van advies- en ingenieursbureaus, zij is toch een van de heel goede bestuurders die weglekken naar het bedrijfsleven (als ze niet goed zijn, lekken ze niet weg). De Visser: “Zijn gedrevenheid, ook als het niet gemakkelijk is. In de zaak van De Tirrel heeft hij het college van B&W bij elkaar gehouden, met gesprekken, telefoontjes en weer opnieuw tot op zondag toe, hij gaf het laatste zetje om de zaak te redden.” De Visser memoreert een minder bestuurlijk aspect: “Wanhopige slachtoffers van de aardbevingen, de overlast van asielzoekers in Zoutkamp, hij zocht de mensen op, ging ermee in gesprek en dat is een wat onzichtbare kant van hem.” CDA’er Kor Berghuis, om en nabij de eminence grise in de gemeenteraad en toch eigenlijk de aanvoerder van de oppositie, bevestigt dit beeld: “Hij ging naar de mensen toe die door rampspoed waren getroffen. Ik heb het zelf gemerkt toen ik ernstig ziek was. Dan bemerk je dat Bolding oog heeft voor de mens achter het raadslid.”
Griffier van de gemeenteraad, Pieter Norder, herinnert zich de lockdown tijdens de corona-crisis. De gemeenteraad kon toen alleen tele-vergaderen. Zaten wij twee in de raadszaal, een partij beeldschermen om ons heen en maar schakelen naar de raadsleden thuis. Dat waren voor ons ontzettend ontspannen vergaderingen. Na afloop kreeg ik altijd een brief van hem mee waarin hij als burgemeester verklaarde dat ik ontheffing kreeg en dat ik me na tien uur op straat mocht bevinden.”
(Foto’s: Berto Merx)
Het officiële gedeelte. Er was wat ongerustheid want de carnavalsvereniging uit Kloosterburen was nog niet aanwezig, een club die Bolding toch zeer na aan het hart ligt. René Paas, Commissaris van de Koning, was vol lof (“ambitieus, aanvoerder en ambassadeur”). Raadslid Rose-Marie Zuidema prees Bolding de hemel in, hij kreeg een ballonvaart als cadeau. Ben Visser (burgemeester van Eemsdelta) prees hem namens de Groninger burgemeesters als bestuurder en bood een waardebon voor een schilderij van Henk Helmantel aan.
Eltjo Dijkhuis, wethouder en locoburgemeester, prees zijn humor en serieusheid. En met zijn eigen humor: “De keuze van Henk Jan als burgemeester is by far het beste besluit van de gemeenteraad ooit.” Dijkhuis had twee voorleesboeken voor de kleinkinderen van Henk Jan en zijn vrouw Annie: “Voor opa en oma om uit voor te lezen.”
Bolding zelf wees op de tegenslagen, de grote problemen waar we voor staan, en het oprukkend individualisme en populisme. En toch is er een perspectief en hij vatte dat samen met het refrein van een lied van Ramses Shaffy: “Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.” Hij deed de ambtsketen af en reikte die over aan wethouder Dijkhuis.
Als Henk Jan Bolding het nog keer kon overdoen, wat zou hij dan anders doen? Hij denkt even na: “Ik zou toch wat minder drammerig doen. En zeker meer tijd vrij maken voor mijn vrouw, de kinderen en de kleinkinderen.”
De carnavalisten waren er tóch wel. Dat moet even gezegd zijn. Ze hadden zich – in vol gala-ornaat – rustig genesteld aan de zijkant van de schuur, in de schaduw, in de nabijheid van de pompen met zes soorten bier, maar dat is toeval.
Berto Merx