“Er zijn geen plannen voor het opdelen van het Pieterplein”

PIETERBUREN – ´Hoe staat het ermee?” wilde Linda Visser van Lokaal Sociaal weten. Zij stelde de vraag naar aanleiding van een brief van de Stichting Boetn Tuun, de camping in Pieterburen, aan de gemeenteraad.

Aanleiding van deze brief is het bericht in de media onlangs dat de ondernemer Jelle Bos de koop van het voormalige  Zeehondencentrum zou hebben gekoppeld aan het al dan niet kunnen kopen van een deel van de parkeerplaats erbij die van de gemeente is. Hoe het ook moge wezen, de berichten gaven aanleiding tot onrust. De stichting meldt in de brief dat de camping, de Petruskerk, Domies Toen, het café Bertje Jens  en het bezoekerscentrum van het Groninger Landschap – ze liggen op steenworp afstand van elkaar in Pieterburen-West– last hebben van parkeercongestie en daarom bezoekers doorverwijzen naar de parkeerplaats bij het voormalig Zeehondencentrum, het Pieterplein in het oostelijk deel van het dorp.

“In en om Pieterburen is veel in beweging. Voor de Dorpsagenda kwamen onderwerpen als ‘Nieuwe woningen’ en ‘Balans toerisme!’ als belangrijke punten naar voren. Wij hopen dat de invulling van het voormalige Zeehondencentrum daarop aansluit en een verrijking biedt. Hierover is thans nog veel onbekend en onzeker maar het is wel zeker dat het maken en uitvoeren van plannen zoals voor de Dorpsagenda vaak vele jaren in beslag neemt. Hierop moet geen druk liggen. Ruimte is schaars en kan een groot verschil maken. Wij pleiten derhalve voor behoud van het Pieterplein als publieke voorziening in het dorp en dat het Pieterplein beschikbaar blijft voor nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Wij spreken ons uit tegen opdeling en verkoop van het Pieterplein aan (grote) commerciële partijen,” aldus het bestuur van de Stichting Boetn Tuun.

Wethouder Stefan van Keijzerswaard hield Visser voor: “We zijn met dorpsbelangen in gesprek over het opstellen van de dorpsagenda voor Pieterburen. Er zijn geen plannen voor het opdelen van het Pieterplein, wat waar wel en niet komen moet, is niet aan de orde gekomen. We spreken binnenkort weer met het dorp.”